DEN OEVER - De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) heeft een nieuwe reddingboot in gebruik genomen voor het reddingstation in Den Oever. De negen meter lange reddingboot Op Dreef is een schenking van wijlen mevrouw Ronny de Kroes uit Rotterdam. De naamsonthulling en de doop werden verricht door een nichtje en de zus van mevrouw De Kroes. De reddingboot gaat komende week naar Rotterdam, waar het als blikvanger wordt opgesteld bij het World Maritime Rescue Congress.


Geschenk van watersportfamilie

De nieuwe reddingboot heeft haar naam te danken aan de schepen die de familie De Kroes heeft gehad en allemaal de naam Op Dreef hebben gedragen. Mevrouw Ronnie de Kroes groeide op in een watersportfamilie, heeft zelf ook altijd gezeild en woonde een deel van het jaar op een woonboot. In haar testament liet zij opnemen van haar nalatenschap een reddingboot te schenken aan de KNRM. Haar nichtje Daphne Koeners en haar zus Karin de Kroon-De Kroes verrichtten de naamsonthulling en de doop van de reddingboot.

Reddingbootklasse Nikolaas

De nieuwe reddingboot is gebouwd door Habbeke Shipyard in Hoorn, waar vrijwel alle reddingboten van deze Nikolaasklasse zijn gebouwd. Het ontwerp is van de Dutch Special Marine Group. De reddingbootklasse is door de KNRM speciaal ontwikkeld om te kunnen opereren op het ruime binnenwater, zoals het IJsselmeer, de Waddenzee en de deltawateren in Zuidwest-Nederland. De nieuwe Op Dreef is inmiddels de 15e reddingboot van dit type. Binnenkort wordt de 16e boot in gebruik genomen in Blaricum. Daarmee zijn alle beoogde reddingstations op het ruime binnenwater van deze klasse voorzien.

Capaciteiten

Het schip weegt 3,4 ton, is 9 meter lang en 3 meter breed, heeft een bemanning van vier personen en een gereddencapaciteit van 20 personen. De boot is zelfrichtend door middel van een opblaasbare kantelzak in het geval de boot zou kapseizen. De aandrijving bestaat uit twee Steijr motoren van 250 pk, elk gekoppeld aan een Ultrajet waterjet waarmee een maximum snelheid van 34 knopen kan worden bereikt. Het is de eerste Nikolaasklasse reddingboot waarvan de motoren geschikt zijn voor het varen met HVO100-brandstof. Dit levert 90% reductie van CO2-uitstoot op. Een belangrijk winstpunt in de doelstellingen naar meer duurzaamheid binnen de KNRM.

Vrijwillige bemanning

In Den Oever wordt de reddingboot bemand door dertien enthousiaste, vrijwillige bemanningsleden. Het reddingstation komt zo’n 20 keer per jaar in acties op het IJsselmeer of op de Waddenzee. De bemanning is professioneel opgeleid voor het reddingwerk en wordt periodiek bijgeschoold in tal van vaardigheden.

Vervangt de Johanna Margareta

In Den Oever vervangt de nieuwe reddingboot de huidige Johanna Margareta. Deze reddingboot, met dezelfde lengte als de nieuwe boot, was sinds 2004 een éénling in de vloot. De reddingboot stond weliswaar model voor een nieuwe klasse, maar uiteindelijk is gekozen voor de Nikolaasklasse. De Johanna Margareta was een schenking van de heer Van Wesel en mevrouw Anneveld-Van Wesel. Zij zien de reddingboot niet verdwijnen, maar zullen die nog lang kunnen aanschouwen in IJmuiden, waar de boot wordt ingezet als opleidingsvaartuig voor nieuwe vrijwilligers.

Blikvanger bij internationaal congres

Na de doop zal de reddingboot van 18 tot 20 juni te bewonderen zijn bij het World Maritime Rescue Congres in Rotterdam. De KNRM is gastheer van het congres dat wordt georganiseerd in samenwerking met de International Maritime Rescue Federation. KNRM-directeur Jacob Tas kijkt met grote verwachtingen uit naar het congres: “Het thema van het congres - “Towards sustainable maritime SAR. Building on our history to secure our future” - is wereldwijd bij reddingsorganisaties een belangrijk aandachtspunt. De KNRM bestaat volgend jaar 200 jaar en ziet duurzaamheid als één van de belangrijkste strategische thema’s voor de komende decennia. Met alle kennis die we in twee eeuwen hebben opgebouwd zien we veel kansen voor een duurzame toekomst. Alle toekomstige reddingboten zullen, net als de Op Dreef, voorzien worden van een aandrijving die de uitstoot met 90% reduceert. Maar in onze strategie is er ook veel aandacht voor sociale aspecten, zoals vrijwilligerswerk en veiligheid, naast zorgvuldig toezicht en transparantie”.